1930

Het aantal inwoners in 1930 is 2254 (geboren worden 65 kinderen; er overlijden 22 inwoners). In de achterliggende 150 jaar is het inwonertal geleidelijk gegroeid van onder de 1000 in 1795, 1369 in 1840, 1787 in 1880, 2133 in 1900 tot nu 2254.

1930 geldt als jaar van de motorisering van de vissersvloot.
Het werken in de visserij gaat daarna wel wat beter, hoewel de armoede blijft. Wel kan er vanaf nu meer gevaren worden en het ophalen van de netten gebeurt voortaan met een op motorkracht gedreven liertje. De hoogaarzen moeten in verband met het gewicht van de motor worden ‘opgeboeid’. Dat betekent dat de dekken hoger gemaakt worden. De twee lichte korren (sleepnetten) wijzigen in één, maar dan veel grotere kor.

De opgeboeide hoogaars ARM 6 van Joost van Belzen
De opgeboeide hoogaars ARM 6 van Joost van Belzen

Het op grote schaal motoriseren van de vissersvloot levert weliswaar een vermeerdering van de vangst op, maar leidt als gevolg daarvan ook tot afzetproblemen van de garnalen. Alle visprijzen daalden vanaf 1925. De crisis ondermijnde de visserij verder. Na een betrekkelijke bloeitijd in de visserij die duurde vanaf 1875 tot de le wereldoorlog ging het daarna steeds meer bergafwaarts met deze bedrijfstak.
De Arnemuidse vloot bestaat dit jaar uit 37 schuiten voor de garnalenvangst. Hiervan zijn er nu 26 voorzien van een motor. 11 varen nog op de zeilen. Het aantal bemanningsleden is 148.

Nog een opgeboeide hoogaars.
Nog een opgeboeide hoogaars.

Er zijn ook dit jaar nogal wat wijzigingen in de vloot. M. van Belzen neemt een kotter met een Kromhout 80-motor over uit Heijst, wat de ARM 5, de Vrouwe Suzanna, wordt. Jacob de Nooijer Czn neemt een Urker botter over met een Kromhout 22-motor; dit wordt de ARM 18. Ook Cornelis Marijs neemt een Urker botter over met een Kromhout 40-motor; dit wordt de ARM 28, de Vrouw Geertje.
Willem van Belzen Czn. doet zijn zeil-hoogaars over naar Veere en neemt de ARM 36 over van Marinus van Belzen, die hij - na hier een Kromhout 30-motor in te hebben laten bouwen - in de vaart brengt als de ARM 29. Marinus van Belzen zelf neemt een Urker botter met een Kromhout 60-motor over; dit wordt de nieuwe ARM 36. J. de Nooijer verkoopt zijn ARM 38 naar Tholen.

De voor het merendeel met Arnemuidenaars van oorsprong bemande vissersvloot van Vlissingen bestaat uit 30 schuiten, waarvan 19 voor de garnalenvangst. Hiervan zijn er 13 voorzien van een motor en varen er 8 nog op de zeilen. Daarnaast zijn er 9 roeiboten voor de visvangst.
De vangst is veel minder dan in 1929, doch de prijs is hoog. In januari wordt er zelfs al gevist dankzij de zachte winter. De resultaten zijn goed, zeker voor de motorschepen. De prijzen zijn vooral in het najaar zeer gunstig.

Bij de visafslag te Arnemuiden.
Bij de visafslag te Arnemuiden.

In de eerste vergadering van de gemeenteraad dit jaar geeft burgemeester Horninge een terugblik op 1929.
De gemeente werd voor rampen gespaard. De vishal aan het Stationsplein voorzag tot veler tevredenheid in een grote behoefte. Vóór de kerstdagen werd de gemeente van electrische stroom voorzien, waarop een 60-tal woningen is aangesloten. Werkloosheid kwam in vergelijking tot vorige jaren weinig voor. Wat met de fittingfabriek te wachten staat zal de toekomst leren. Met de visserij ging het heel wat beter dan in de vorige winter. De motorisering van de vissersvloot doet de hoop ontstaan op een betere toekomst voor het vissersbedrijf.

Een collegevoorstel tot aanschaf van een nieuwe motorspuit voor de brandweer haalt het niet. De gemeenteraad vindt de huidige brandspuit nog goed genoeg.
Dit jaar wordt de bestrating van de Westwal aangepakt. De op- en afritten worden afgegraven en bestraat. De grondwerkzaamheden worden  uitgevoerd door 14 werklozen. Ook worden op de Zuidwal, in de Nieuwstraat  en in de Molenpolder bestratingswerkzaamheden uitgevoerd.
Overigens wordt er dit jaar voor het eerst in de raadsnotulen melding gemaakt over ‘het tuindorp’ inplaats van de Molenpolder. In zijn aantekeningen vermeldt tijdgenoot Adriaan Joosse het volgende:

1930 is ook een jaar van drukke werkzaamheden voor de aannemers. 9 woningen worden gebouwd. Ook wordt aan de Zuidwal een magazijn voor het Groene Kruis gebouwd. Ten zuidoosten van de gemeente wordt begonnen met het dempen van een leiding. In november worden op de Westwal 14 azaleabomen geplant.

Aannemer J.K. Crucq krijgt aan de grintweg naar de rijksweg Goes-Middelburg (nu Nieuwlandseweg) 1500 m2 grond in erfpacht voor de bouw van woningen. Crucq krijgt ook cirka 1500 m2 grond in de Molenpolder in erfpacht voor woningbouw. Ook aannemer Iz. Boone krijgt voor dit doel in de Molenpolder twee percelen grond van in totaal 950 m2 toegewezen.
Verder krijgt aannemer Crucq 1470 m2 grond in de Clasinapolder voor de bouw van woningen op voorwaarde dat hij voor het dempen van de sloot (de leiding) aan de Zuidwalkant moet zorgen. Later wordt besloten deze sloot in het kader van de werkverschaffing door enkele ploegen werklozen onder beheer van de gemeente uit te laten voeren.
De Bouwverordening wordt zodanig gewijzigd dat bij nieuwbouw voortaan iedereen verplicht is een brievenbus aan te brengen.

De Vereniging Het Groene Kruis dient een plan in voor de bouw van een magazijn aan de Zuidwal. Ook zal hier een lokaaltje bijgebouwd worden voor het gebruik van de aangeschafte hoogtezon.

De aansluiting van de gemeente op het waterleidingnet verloopt zeer traag. De gemeenten in zuid-oost Walcheren wachten dit jaar af of Vlissingen nu wel of niet wil meedoen.

Opnieuw wordt grote kritiek geuit op het rumoer in de herbergen tijdens de kerstdagen en de jaarwisseling. Het is volgens sommige raadsleden ‘een banale toestand geweest; het merendeel van de bevolking heeft hier grote bezwaren tegen’. Sommigen verwijten de burgemeester een ander beleid te voeren als zijn voorgangers. 

Hoewel de vishal aan het Stationsplein in een grote behoefte voorziet zijn er nog wel verbeteringen op hygiënisch gebied nodig. Zo wordt op advies van de Keuringsdienst van Waren besloten in de vishal verdeeltafels van 60 cm hoogte aan te brengen. Het wordt onhygiënisch geacht dat iedereen tussendoor de op de grond uitgespreide vis loopt. Ook wordt een hekwerk aangebracht om vrije ruimte te hebben voor de afslag van de vis.

Van de Hervormde Kerk zijn over 1930 geen bijzonderheden te melden. Er worden slechts twee kerkenraadsvergaderingen gehouden. De notulen hiervan beslaan amper één bladzij uit het notulenboek. Vermeldenswaard is nog dat de inkomsten voor de diaconie dit jaar ƒ 3.672,41 en de uitgaven ƒ 2.355,92 zijn, zodat het batig saldo ƒ 1.316,49 is.

Op 20 oktober 1930 wordt de eerste steen gelegd voor het Groene Kruismagazijn. V.l.n.r. aannemer I. Boone, postbode L. Kraamer, zuster A.P.A. van der Klooster en gemeenteontvanger A. Buys.
Op 20 oktober 1930 wordt de eerste steen gelegd voor het Groene Kruismagazijn.
V.l.n.r. aannemer Iz. Boone, postbode L. Kraamer, architect E.W. Neugebauer, voorzitter J.J. van Doezelaar, gemeentesecretaris J.J. Huyssen, zuster A.P.A. van der Klooster, wethouder B. Franse en gemeenteontvanger A. Buys.

1931

In de eerste vergadering van de gemeenteraad in het nieuwe jaar geeft burgemeester Horninge een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen gedurende het afgelopen jaar. De gemeente bleef voor rampen gespaard, hoewel enkele treffende sterfgevallen plaatsvonden. De economische toestand was matig. Grote werkloosheid heerste. Voor de landbouw was het een ongunstig jaar. De visserij had, dankzij de motorisering, bevredigende uitkomsten.

Per 1 september begint de nieuwe zittingsperiode 1931-1935 van de gemeenteraad. De raadsleden C. van de Ketterij (deze verzuimde erg vaak vanwege zijn vissersberoep, waarom hij zich niet opnieuw kandidaat heeft gesteld) en J. Janse (van Kleverskerke) keren niet meer terug. Nieuwkomers zijn P.A. Baaijens en A. Cornelisse. Opnieuw komen in de raad terug J.K. Crucq, C.S. van Eenennaam, B. Franse, L. Puype en A. Schuit.
Bij het afscheid van de vertrekkende raadsleden merkt raadslid Franse op het jammer te vinden dat de categorie die Van de Ketterij vertegenwoordigde (de vissers) thans niet meer in de raad vertegenwoordigd wordt.

De wethoudersverkiezingen hebben veel voeten in de aarde. Bij de eerste stemming krijgen B. Franse en L. Puype ieder slechts twee stemmen. Franse wil bedenktijd; Puype bedankt. Vervolgens worden achtereenvolgens Schuit, Cornelisse en Baaijens gekozen. De eerste twee bedanken eveneens, terwijl Baaijens bedenktijd wil. Uiteindelijk nemen Franse en Baaijens hun verkiezing als wethouder aan.

Dokter W.F.Th. van der Bijl gaat de gemeente verlaten. Per 1 oktober vraagt hij ontslag als gemeentearts. Vanuit de gemeenteraad wordt hem hulde toegebracht voor zijn grote verdiensten ten behoeve van de Arnemuidse bevolking en in het bijzonder in het belang van de woningbouw en de zuigelingenzorg. Tot zijn opvolger wordt benoemd de 30-jarige dokter Pieter de Haas, geboren in 1901 te Brummen. Deze heeft zich intussen al in de gemeente gevestigd.

In de gemeenteraad wordt dit jaar uitvoerig beraadslaagd over de plaats van de mestvaalt. Het college wil deze eerst naar ‘de kil’ (tussen de Keetweg en het zogenaamde eiland) verplaatsen, maar daar voelt de gemeenteraad niets voor in verband met de te verwachten stankoverlast. Besloten wordt de bestaande mestvaalt op te ruimen en dit terrein te egaliseren. De egalisatie zal plaatsvinden door werklozen in het kader van de werkverschaffing. Dit gebeurt met grond van de achter de woningen aan het Schuttershof en de school gelegen oude wal en van de dijk tussen de Clasina- en de Houwerpolder. De dokweide zal gebruikt worden als nieuwe opslagplaats van het straat- en huisvuil. De thans om de bestaande mestvaalt liggende weg zal verlegd worden ‘vanaf de Veerse dijk in rechte lijn naar de noordoostelijke hoek van de oude begraafplaats in de Clasinapolder’.

Het gemeentebestuur (in het bijzonder moet hier wethouder Franse genoemd worden) is ook nu zeer actief om werken uit te voeren in het kader van de werkverschaffing aan werklozen. Zo doet wethouder Franse begin dit jaar namens het college het voorstel om jeugdige werklozen het mandenmakersvak te leren. De vissersvloot heeft jaarlijks wel zo’n 6000 manden nodig. Opmerkelijk is de reactie van de vissersvertegenwoordiger in de gemeenteraad Van de Ketterij: ‘Franse is 2/3 tot 3/4 abuis met z’n getal. Er wordt de laatste tijd zeer weinig meer in manden verzonden. Daarom verwacht hij er niets van’.

Later dit jaar worden gelden uitgetrokken voor het tewerkstellen van werklozen bij werken van de Polder Walcheren. Ook het afgraven en egaliseren van de noordoostelijke wal zal door werklozen gebeuren, nu de dokweide gereed is voor vuilnisbelt. Een opmerkelijk werkverschaffingsobject is ook het effenen van de ‘grafbermen’ op de oude begraafplaats en het aanbrengen van een ommanteling met beplanting. Dit gebeurt met werklozen die wegens hun leeftijd niet bij de gesubsidieerde werkverschaffing te werk gesteld kunnen worden. Ook wordt getracht een Commissie van bijstand voor de werkverschaffing in te stellen. Geen van de raadsleden is echter bereid om met wethouder Franse (die hier over gaat) in deze commissie zitting te nemen (!).

Molenaar D. Meulenberg krijgt 20 m2 gemeentegrond bij zijn molen in erfpacht voor de bouw van een gebouwtje waarin een motor zal worden geplaatst dienende tot drijfkracht van zijn windkorenmolen. Tevens krijgt hij vergunning voor het leggen van een buisleiding naar de houwerplas vanaf dit gebouwtje voor het betrekken van koelwater voor deze motor.

Molenaar Meulenberg bij zijn molen.
Rechts molenaar Meulenberg in de ingang van zijn molen.

Het aannemersbedrijf gebroeders J. en A. de Hamer krijgt toestemming voor de aanleg van een straat en riolering op het ten zuiden van de spoorbaan gelegen bouwterrein. De timmermanswerkplaats van De Hamer aan het eind van de Noordstraat zal daardoor worden verplaatst. Ook stemt de gemeenteraad in met het plan van De Hamer voor de bouw van woningen aan deze straat, eerst de verlengde Nieuwstraat en later de Appelstraat genoemd.

Het voorstel van raadslid J.K. Crucq om de westelijke dijk van de Molenpolder om te leggen tot bij het kanaal om daardoor meer bouwterrein te verkrijgen wordt in studie genomen.

De plannen voor de aansluiting van de gemeente op het waterleidingnet stagneren omdat Vlissingen niet mee wil doen. De burgemeester zal nu met de gemeenten Ritthem en Nieuw- en Sint Joosland en de directeur van de Zuidbevelandse waterleiding overleggen.
De duiker onder de Veersedijk wordt verlaagd om zodoende een betere waterafvoer te verkrijgen voor de dokweide en de Clasinapolder en Houwerpolder.
Ook wordt ingestemd met een voorstel van raadslid J.K. Crucq om enige meerpalen te plaatsen bij het Schorretje en aan het molendijkje ‘teneinde de vissers die nogal eens met hun motorvaartuigen binnen komen, gelegenheid te geven ter plaatse aan te kunnen leggen’.

Op deze foto is de westelijke dijk van de Molenpolder goed te zien. Daarvoor de Houwerplas, in de volksmond ‘den nauwer’ genoemd, waaruit de inwoners water putten.
Op deze foto is de westelijke dijk van de Molenpolder goed te zien. Links daarvoor de Houwerplas, in de volksmond ‘den nauwer’ genoemd, waaruit de inwoners water putten.

Burgemeester Horninge deelt de gemeenteraad mee dat hij voornemens is met de diaconieën te overleggen over de mogelijkheden van een gesticht voor de verzorging van behoeftige ouden van dagen. Op 1 december wordt onder voorzitterschap van de burgemeester de eerste vergadering gehouden voor het stichten van een ‘oude mannen- en vrouwenhuis’. Aan de bespreking wordt deelgenomen door gemeentesecretaris Huijssen, gemeenteontvanger Buijs, 2 diakenen van de Hervormde Kerk (Joz. Joosse en C. van de Ketterij), 1 diaken van de Gereformeerde Kerk (Baaijens) en 3 Hervormde en 1 Gereformeerde diaken uit Nieuw- en Sint Joosland.

Aannemer J.K. Crucq krijgt een perceel grond in erfpacht voor het stichten van een conserveerinrichting voor vis, schaal- en schelpdieren in de Molenpolder. Ook de heer Pelle verzoekt toestemming om een drogerij voor visafval (puf) op te richten ten noordoosten van de gemeente. Het gemeentebestuur wil hierover eerst het advies van de Inspecteur van de Volksgezondheid inwinnen.

De vishal aan het Stationsplein blijkt zeer goed te voldoen. Veel profijt wordt ondervonden van de geplaatste visverdeeltafels. Raadslid Schuit stelt voor de vishal uit te breiden.

Visafslag op het stationsplein.
De visafslag met de visverdeeltafel op het Stationsplein.

Afsluitend volgen hier de aantekeningen over het jaar 1931 van tijdgenoot Adriaan Joosse, waaruit een aardig beeld verkregen wordt van de bedrijvigheid in de gemeente:

Op 5 januari 1931 wordt begonnen om de leiding ten zuidoosten van Arnemuiden te dempen met grond van de naast het Oude Gat gelegen dijk. Dit werk wordt uitgevoerd door ongeveer 35 werklozen. De bedoeling is dat het verkregen terrein gebruikt gaat worden voor woningbouw. Dit terrein - èn het perceel waarop de lompensorteerderij is gevestigd - is een gedeelte van de Clasinapolder, doorgaans bekend als het ‘doctorweidje’.
In februari en maart wordt ook de andere, tegenover de eerste gelegen, leiding gedempt. Dit gebeurt met grond van het Schuttershof achter de onderwijzerswoning.
In november en december wordt door 20 werklozen de dijk van het Schuttershof afgevoerd ten behoeve van het afdekken van de mestvaalt en de weg daar om heen en de aanleg van een nieuwe weg van het kerkhofwegje dwars door de Dokke tot aan de plaats waar vroeger de Veerse Poort stond.
In dit jaar neemt de visserij toe. Er wordt een kotter van Heijst aangekocht en een blazerschuit van Ouddorp. In november staat ook weer een nieuwe hoogaars op stapel.
In de hoogaarzen worden motoren geplaatst. Degenen die niet bij machte zijn een motor aan te schaffen kunnen hun schuitjes beter aan de wal vastmeren en voor een wrakje verkopen, want voor zeilen en riemen is geen bootsvolk meer te vinden.
Tot de zekere opbloei werken mee de verdiensten van de vissers. Want zo het Oude Gat een bron is voor bruikbaar water voor de ingezetenen, zo zijn de vissers de hoofdbron waar de bevolking voor het grootste deel haar inkomsten aan te danken heeft.
Ook de woningbouw wordt aanhoudend voortgezet. In de Molenpolder worden nog 5, in de Keetweg 2 en in de Clasinapolder 4 huizen gebouwd. Deze zijn in maart 1932 gereed.
In april 1931 wordt een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een garnalenpellerij annex 2 woonhuizen. In juni is deze pellerij in werking’.

Vissersschepen aan het Schorretje.
Vissersschepen aan het Schorretje.

De Arnemuidse vloot bestaat dit jaar uit 38 vaartuigen, waarvan er 34 voorzien zijn van een motor en 4 nog op de zeilen varen. Het totaal aantal bemanningsleden is 152. De Vlissingse vloot bestaat uit 34 schuiten, waarvan 22 voor de garnalenvangst. Hiervan zijn er 16 voorzien van een motor, terwijl er nog 6 zeilschepen en 12 roeiboten zijn.
In 1931 doen zich nogal wat wijzigingen in de ARM-vloot voor. Schipper Robbert van Belzen doet zijn zeilhoogaars ARM 3 over naar Philippine. In de plaats daarvan koopt hij een botter met motor uit Urk. Job Schroevers koopt ook een botter met motor uit Urk, wat de ARM 9, de Vrouwe Clasina, wordt. C. van Belzen neemt de ARM 40 over van Jacob van Belzen (Van Belzen had in 1929 een Urker schuit overgenomen en dit schip zolang opgelegd); dit schip gaat - nadat er een motor in gebouwd is - verder als ARM 15. K. van de Ketterij neemt de ARM 20 over van Cornelis Marijs; dit wordt de ARM 19, de Nooit Gedacht. Cornelis Marijs zelf neemt een schuit met Kromhout-motor uit Ouddorp over als nieuwe ARM 20, genaamd ’Ziet op het zelve’. Pieter Jobse doet zijn zeilhoogaars ARM 24 over naar Vlissingen. Hij neemt een nieuwgebouwde kotter met Kromhout 40-motor als ARM 24 in gebruik. Jacob van de Ketterij doet zijn oude ARM 25 over aan L. van de Ketterij. Dit wordt dan de ARM 35. In 1932 brengt Jacob van de Ketterij een nieuwe hoogaars met een Kromhout 60-motor, de Vrouwe Grietje, als ARM 25 in de vaart.

De resultaten van de visserij en de prijzen zijn dit jaar gunstig, behalve in januari en februari. In deze maanden gaan 18 vissersschuiten van Arnemuiden naar Den Helder vissen. Ze komen pas eind februari weer terug.

Was in 1870 de Arnemuidse bevolking nog voor 2/3 gedeelte afhankelijk van de visserij, in 1931 is dit teruggelopen tot 1/3. Veel vissers verruilden in de achterliggende jaren de visserij voor werk in andere bedrijfstakken (b.v. De Schelde of de Fitting). Vooral het aantal visleursters daalde na 1900 drastisch.

De vloot liggend in Arnemuiden.
De vloot liggend in Arnemuiden.

Op 22 maart neemt ds. Van Asch na een driejarige ambtsperiode afscheid van de Hervormde gemeente wegens vertrek naar Sommelsdijk. In de vacature wordt een beroep uitgebracht op kandidaat W. Vroegindeweij. Consulent wordt ds. A. Burger. Deze notuleert bijzonder slordig. Het lukt dit jaar niet de vacature van ouderling te vervullen.

Dit jaar gaat de Gereformeerde predikant ds. Runia met emeritaat. De oude pastorie van de Gereformeerde Kerk aan de Langstraat wordt verkocht voor ƒ 1.800. De familie C. de Nooijer neemt hierin (op de bovenverdieping) zijn intrek. De benedenverdieping wordt door Kees de Nooijer verbouwd en tot in de zestiger jaren gebruikt als kolenpakhuis. Het is in deze jaren een vertrouwd beeld om Kees de Nooijer en Wim Baaijens met de karren met kolen door de straten te zien gaan. Ten behoeve van de Gereformeerde kerk wordt naast de oude pastorie een nieuwe gebouwd voor ƒ 6.215.

De oude pastorie, die honderden jaren diende voor de Hervormde en vanaf 1900 tot 1931 voor de Gereformeerde predikanten.
De oude pastorie, die honderden jaren diende als woning voor de Hervormde predikanten en vanaf 1900 tot 1931 voor de Gereformeerde predikanten.

1933

In zijn nieuwjaarsrede doet burgemeester Horninge een ernstig beroep op de gemeenteraad de persoonlijke veten terzijde te leggen en thans samen te werken in het belang van de gemeente. Hoewel de visserij het afgelopen jaar niet zo gunstig was verwacht hij van de uitbreiding van de vloot grotere welvaart.

Ook dit jaar staat de bestrijding van de werkloosheid weer centraal. Aan de werkloze Noordzeevissers wordt steun verleend tot uiterlijk 1 april of zoveel eerder het garnalenvissersbedrijf weer op gang zal zijn. De ongeorganiseerden krijgen wekelijks ƒ 3,- (+ ƒ 0,50 per gezinslid) en de georganiseerden ƒ 6,50 (+ ƒ 0,50 per gezinslid).
Verscheidene werken worden in het kader van de werkverschaffing uitgevoerd. De gemeenteraad, hoewel in het geheel niet tevreden over de Heidemij., besluit voorlopig maar met deze maatschappij door te gaan. Vooral ook omdat het toezicht door de Heidemij. een subsidievoorwaarde van het ministerie is.

Bietentijd in oktober 1933.
Bietentijd in oktober 1933.

Een verzoek van de kiesverenigingen van de ARP en de SGP om door wijziging van de Politieverordening de herbergen op zondag te sluiten wordt afgewezen (met 4 tegen 3 stemmen).
Aan scheepswerf H.M. Mak te Middelburg wordt opdracht gegeven voor de bouw van een nieuwe veerboot voor de veerdienst over het Arnekanaal voor ƒ 400; de oude boot is geheel versleten. Later wordt de oude, inmiddels gezonken veerboot gelicht en publiek verkocht voor ƒ 3.
De heer J.H.W. Knolle uit Hansweert krijgt een stukje grond aan het Schorretje in erfpacht voor de stichting van een werkplaats voor de reparatie van scheepsmotoren.
De zorg voor de reinigingsdienst (het ophalen van vuilnis, beer, garnalenafval en dergelijke) gaat over van de weduwe Den Hollander op haar schoonzoon J. Maljers.
De verwachting wordt uitgesproken dat de gemeente nu spoedig aangesloten kan worden op het waterleidingnet. De gemeenteraad verwijt het college op dit punt een weinig actief beleid. De voormalige weide op de noord-oostwal wordt eerst bestemd voor speelterrein voor de jeugd. Vanwege de baldadigheid wordt dit terrein later beschikbaar gesteld voor de jeugdige voetballers. Het Schorretje langs het kanaal wordt nu speelwei.
De gemeente-bouwmeester krijgt opdracht een plan te maken voor de uitbreiding van de vishal aan het Stationsplein.
De gemeenteveldwachter N. Kievit vraagt per 1 oktober ontslag. Tijdens de vacature neemt rijksveldwachter M. van Schaik waar; hij krijgt hiervoor een gratificatie van ƒ 50. Tot opvolger van Kievit wordt benoemd de 29-jarige P. Detiger.
A.H. de Kam bedankt als conciërge van het gemeentehuis. De 28-jarige P. Ventevogel volgt hem op.

Burgemeester Horninge deelt de gemeenteraad mee dat uit een oude kadastrale kaart blijkt dat vóór het leggen van de spoorbaan op dezelfde plaats een straat heeft gelegen die de naam ‘Appelstraat” droeg. Op zijn voorstel wordt besloten de verlengde Nieuwstraat nu ook zo te noemen.
In april worden vier nieuwe woningen aan de Appelstraat in gebruik genomen. In december staat het 10e huis in deze straat al onder de kap.
In volgende jaren wordt hier verder gebouwd tot aan de noorderwal in de nabijheid waar vroeger de Veersche Poort stond. Bij nader inzien wordt besloten de sloot langs de Appelstraat niet te rioleren en te dempen. De rioolbuizen zullen nu naast de sloot gelegd worden. Lozing kan plaatsvinden door de duiker in de Veerse dijk.

De Arnemuidse vissersvloot telt dit jaar 40 schuiten, alle voorzien van een motor. Die van Vlissingen heeft 29 en die van Veere 12 schuiten. Van de Vlissingse vloot varen er nog 2 onder zeil, terwijl er nog 9 roeiboten voor de visvangst zijn. In de vloot doet zich dit jaar maar één wijziging voor: schipper K. van de Ketterij doet zijn ARM 19 over naar Veere.

Voor sommige vissers is de nieuw geplaatste motor een lijdensweg. Robbert van Belzen vertelt in 1950 in Het Vrije Volk het volgende:

Op de zeilen was zo slecht nog niet. Je voer als er wind was, je vaartuig trilde tenminste niet uit mekaar en je had geen hypotheek! Een motor kostte geld - vóór de oorlog al drie- of vierduizend gulden en hij was meestal eerder versleten dan afbetaald. Met de motor zijn de schulden gekomen. Een motor gebruikt olie en dat kost geld.
In 1939 stond de ARM 3 voor 75 gulden op het boekje bij de olieboer hier op Arnemuiden. Ja, verschuldigd: de somma van vijfenzeventig gulden wegens geleverde ruwe olie. En weet je wat er met de ARM 3 gebeurde? Openbaar verkocht! Want schulden zijn schulden en daar stond de schipper met z'n drie zonen. Vier gezinnen in één keer in de armoe door die motor. Ze zijn weer gaan varen bij familie. Niet als eigen schipper, nee, glad van tevoren af aan als knecht.

Een ander gevolg van het plaatsen van een motor is dat de schuit ingrijpend aangepast moet worden. De zware motor laat de schuitjes nog dieper in het water wegzakken. Daarom worden de schuiten ’opgeboeid’, de boorden worden omhoog gebracht. Op foto’s van de vissersvloot in de dertiger jaren is te zien op welke wijze de ranke hoogaarzen ontsierd zijn door het opboeien. Het achteronder wordt machinekamer voor de 30 pk gloeikop.

Motorisering van de vloot.
Motorisering van de vloot. De 'opgeboeide' ARM 12 voor de werf te Arnemuiden. 

De inkomsten voor de visserij zijn dit jaar nog minder dan in 1932. Voor de garnalenvisserij is het een slecht jaar vanwege de lage prijs, terwijl de vangsten niet hoog zijn. Is de vangst groot, dan daalt gelijk de marktprijs. Niettemin zijn de vangsten voldoende om aan de vraag vanuit Engeland te kunnen voldoen. Dit jaar zit er wel schardijn voor de kust, doch ze is onverkoopbaar vanwege de kwaliteit.
De vissers ondervinden dit jaar ook veel nadeel van de concurrentie tussen de garnalenpellerijen, van wie ze lage prijzen ontvangen en bovendien op dagtaak gesteld worden.

In december is het streng winterweer. Raadslid Crucq stelt zelfs voor pogingen te ondernemen om het ijs in het kanaal te breken ten behoeve van het uitvaren van de vissers.
In deze periode verzoeken de vissers de gemeenteraad om een steunregeling in verband met de slechte verdiensten. De gemeenteraad is bereid mee te werken aan het verkrijgen van de nodige regeringssteun voor hun bedrijven. De regering ziet zich dit jaar dan ook genoodzaakt voor het eerst sinds 1857 in te grijpen in de slechte opbrengsten in de visserij. In het kader van de Landbouwcrisiswet wordt de Nederlandse Visserijcentrale opgericht. Helaas blijkt deze weinig effectief te zijn. De belangrijkste maatregel is aanvoerbeperking waardoor veel vissers in de bijstand komen of regeringstoeslagen op hun vangsten moeten zien te krijgen.

De jaren 1933, 1934 en 1936 zijn de ergste en de meest armoedige. In het boek ’Vissers verhalen’ is te lezen, dat de kinderen ’s avonds soms zonder eten naar bed moesten. Aan het eind van de week werd soms slechts 3 gulden thuisgebracht. Bij het Armbestuur kon men dan bonnetjes halen waarop de vrouw bij de bakker brood kon krijgen en reuzel of spek bij de slager.
In deze tijd komt het voor dat de vissers van Arnemuiden en Breskens in staking gaan. Er komen in deze tijd opkopers uit België om de garnalen. Pas de volgende zaterdag weet men dan wat de opbrengst is. Meestal valt het tegen, want de opkopers kunnen geven wat ze willen. Hiertegen komen de vissers in opstand en eisen meer. Als ze dreigen met vissen te stoppen komen de opkopers over de brug en geven ook meer.

In de kerkenraadsnotulen van de Hervormde Kerk zijn over 1933 geen bijzonderheden te lezen. Wel worden dit jaar beroepen uitgebracht op de kandidaten Vollebregt en Van de Pol. Dit jaar bedankt de in het ambt vergrijsde ouderling Robbert Schroevers na een 30-jarige bewogen ambtsperiode (in 1903 werd hij ouderling en in 1909 scriba). In zijn plaats wordt tot ouderling gekozen (diaken) Joost van Belzen Janzn. Als nieuwe diaken wordt gekozen C. van de Ketterij. Tijdens dit jaar van grote armoede bedragen de diaconale inkomsten ƒ 3.784,17; de uitgaven zijn ƒ2.787,40, zodat het batig saldo ƒ 996,77 is.

Bericht van Robbert Schroevers uit 1893.
Bericht van Robbert Schroevers uit 1893.

1932

In zijn nieuwjaarsrede tijdens de eerste bijeenkomst van de gemeenteraad dit jaar geeft burgemeester Horninge een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen in 1931.
Door de algemeen heersende tijdsomstandigheden (de crisisjaren) was het een benauwde tijd. De visserij had niet te klagen. Met de landbouw daarentegen ging het minder goed. De werkloosheid kon door voldoende werkverschaffende maatregelen bestreden worden. De in november 1931 opgerichte inrichting voor conservering van  garnalen aan de Molenstraat bracht in tal van gezinnen een aardige nevenverdienste met garnalenpellen. Het inwonertal steeg tot 2321 zielen.

Ondanks ‘de crisis’ zijn er dit jaar tal van verbeteringen zoals de woningbouw, de gunstiger resultaten in de visserij, de betere inkomsten en dergelijke. Aan de hand van de raadsnotulen en de aantekeningen van de tijdgenoten Adriaan Joosse en Abraham Buijs wordt hiervan een overzicht gegeven. Het is opmerkelijk dat beiden over de jaren 1930, 1931 en 1932 een vrij optimistisch beeld schetsen. Na de oorlogsjaren, dus in 13 jaar tijd, zijn niet minder dan 110 nieuwe woningen gebouwd. Er zijn thans (zonder Kleverskerke mee te rekenen) 467 huizen bewoond. De verbetering van de volkshuisvesting heeft ongetwijfeld grote invloed op de algemene gezondheidstoestand van de Arnemuidse bevolking, voornamelijk op die van de kinderen. Dit is ook af te leiden uit het volgende overzicht:

Jaar:  Aantal inwoners:  Geboren:  Overleden:  Waarvan onder 1 jaar:

1830        1238                74             52                       27

1840        1369                61             41                       23   

1850        1324                73             51                       31

1860        1540                87             54                       29

1870        1675                92             81                       57

1880        1787                75             59                       40

1890        2019                97             50                       31

1900        2138                90             58                       33

1910        2129                84             56                       16

1920        2193                78             32                       11

1925        2195                70             15                        1

1926        2227                60             17                        7

1927        2252                55             21                        5

1928        2243                63             25                        7

1929        2258                60             19                        4

1930        2254                65             22                        3        

Al zijn er veel nieuwe woningen gebouwd, nog steeds is er woningnood. Het is moeilijk voor iemand die zich in Arnemuiden wil vestigen of voor jong gehuwden geschikte woonruimte te vinden. Jonggehuwden moeten zich meestal eerst een tijd behelpen met een klein achterkamertje of bij de ouders inwonen. En al is de situatie aanmerkelijk verbeterd, toch worden van de 467 bewoonde huizen er in 1932 niet minder dan 66 door 2 of meer gezinnen bewoond, waaronder soms grote gezinnen slechts één kamer tot hun beschikking hebben en een stukje zolder voor slaapplaats voor de grote kinderen.

Ondanks de crisisjaren toch een opgewekt beeld uit 1932 van ‘de welkome bakker’.
Ondanks de crisisjaren toch een opgewekt beeld uit 1932 van ‘de welkome bakker’.

In september wordt een begin gemaakt met de aanleg van een nieuwe straat langs de spoorbaan vanaf de Nieuwstraat naar het Schuttershof. Deze aanleg gebeurt overeenkomstig een plan van de aannemersfirma J. en L. de Hamer. Deze nieuwe straat wordt eerst de Verlengde Nieuwstraat, later de Appelstraat en weer later de Spoorstraat genoemd. Voor de aanleg van deze straat wordt eerst het pakhuis en daarna de timmermanswinkel van De Hamer aan het eind van de Noordstraat verplaatst. Hiervoor geeft de gemeente een bijdrage. De gemeente neemt ook op zich de sloot tussen de spoorlijn en de aan te leggen straat te dempen en te rioleren. Met toestemming van de provincie wordt de ’bokpaal’ op de hoek Nieuwstraat/Noordstraat verplaatst. De Appelstraat wordt bestraat tot voor de laatste te bouwen woning. Ook de Nieuwstraat wordt tegelijk herbestraat.

De Molenweg vóór de verharding. De voormalige keetdijk is rechts op de foto. De elektrische verlichting is aangebracht.
De Molenweg vóór de verharding. De voormalige keetdijk is rechts op de foto. De elektrische verlichting is aangebracht.

Er wordt voor het eerst overgegaan tot het asfalteren van wegen. Zo wordt dit jaar een proef genomen met ‘het teren’ van de weg naar Middelburg tussen de Molenstraat en de spoorbrug. De keetweg wordt aan de dijkzijde verbreed, zodat een rijbreedte van 4 meter verkregen wordt. De sloot tussen de dokweide en de Veersedijk wordt gedempt met grond van de afgegraven noordoostwal. In de dokweide wordt een waterput aangelegd. Ook wordt overwogen om de dokweide te bestemmen voor toekomstige woningbouw ter voortzetting van de woningbouw aan de Appelstraat.

De smidsfamilie Buijs krijgt toestemming om aan de oostzijde van de Markt naast het brandspuithuisje een woning te bouwen. Er wordt ook een nieuwe pastorie voor de Gereformeerde Kerk gebouwd naast de oude pastorie aan de Langstraat. Hiervoor wordt gemeentegrond in erfpacht gegeven.
Nieuwe woningen zijn in aanbouw of komen gereed in de Clasinapolder aan de grintweg naar Nieuwland (4), aan de Lantsheerweg (1) en aan de Appelstraat (4).
In mei wordt een duiker gelegd door de Walcherse dijk bij de wachtpost van de leiding oost, door de dijk tot de leiding west, ten behoeve van een betere waterafvoer. Dit gebeurt in het kader van de werkverschaffing door werklozen.
In december wordt begonnen met het cirka 1.50 meter afgraven van de Walcherse dijk bij de overweg tot aan de plaats waar voorheen de Veerse Poort stond.

Ook dit jaar staat volop in het teken van de werkverschaffing aan werklozen. Aan het Plaatselijke Crisis Comité wordt uit de gemeentekas 5 cent per inwoner verstrekt in verband met de aanhoudende werkloosheid, de behoeften in vele gezinnen en omdat de opbrengsten van de plaatselijke collecten niet toereikend zijn.
Begin dit jaar wordt geklaagd dat de werklozen zo weinig presteren. Wethouder Franse wordt hierop aangesproken. Hij moet de werklozen harder aanpakken en meer toezicht houden. Er is ook wel waardering voor het beleid van het college en vooral van wethouder Franse. Arnemuiden (zo wordt opgemerkt) staat wat betreft de werkverschaffing/werkloosheidszorg aan de spits van de Walcherse plattelandsgemeenten. De uit te voeren werkverschaffingsmaatregelen voor het grote aantal werklozen worden door de gemeenteraad bepaald: de egalisatie van de noord/oostwal, het verbreden van de weg langs het Arnekanaal, het delven van de watergangen langs de Singel en de spoorlijn, het verlagen van de aansluiting van de grintweg op de rijksstraatweg en het flauwer maken van de bocht bij het veerhuis door het verhogen van het dijkbeloop.

Burgemeester Horninge, wethouder Benjamin Franse en gemeentesecretaris Huijssen.
V.l.n.r. wethouder Laernoes uit Vlissingen, burgemeester Horninge, wethouder Franse en gemeentesecretaris Huijssen.

Wethouder Franse pleit dringend voor instelling van een commissie voor de werkverschaffing. Hij is niet voldoende bekend met de gezinnen van alle werklozen. Wanneer het zo doorgaat dan leidt het (actieve) werkverschaffingsbeleid tot financiële ondergang van de gemeente en ook tot fysieke ondergang van hem, daar hij geheel alleen met de leiding belast is. Hij heeft onvoldoende controle op het onwillige werkvolk. Om bepaalde (politieke?) redenen wordt dit zeer begrijpelijke voorstel verworpen met de stemmen van de raadsleden Baaijens, Crucq, Puijpe en Schuit tegen. Dit is aanleiding voor wethouder Franse om in juni op te stappen als wethouder. De verantwoordelijkheid voor het toezicht op de werklozen acht hij te zwaar worden. Deze ontslagname leidt tot heftige discussies in de gemeenteraad. Franse wordt verweten dat hij de werklozen gedurig aan hun lot overliet. Daardoor waren zij zonder enig toezicht. Uit de verhitte woordenwisseling blijkt dat het werk Franse door de werkverschaffing boven het hoofd is gegroeid. Hem wordt verweten dat hij alles alleen wil doen en niets aan zijn collega-wethouder Baaijens overlaat. Door anderen wordt weer aangevoerd dat Franse wel alles alleen moet doen omdat Baaijens, zolang hij wethouder is, nog niets presteerde.

Doordat alle andere raadsleden na verkiezing voor het wethouderschap bedanken, wordt Franse genoodzaakt voorlopig aan te blijven. Ook een voorstel van het college om een opzichter over de werkverschaffing aan te trekken wordt verworpen. Uiteindelijk ziet de gemeenteraad wel in dat er iets moet gebeuren. Hier komt nog bij dat het ministerie de aanwezigheid van dagelijks toezicht als subsidievoorwaarde verplicht stelt. Vanaf 6 oktober wordt het toezicht op de uitvoering van de werkverschaffingsmaatregelen dan ook opgedragen aan een opzichter van de Heidemaatschappij. Later dit jaar is de algemene opinie in de gemeenteraad dat het toezicht door de Heidemij. niet voldoet. Besloten wordt dan ook per 1 januari 1933 met de Heidemij. te stoppen.
De raad weet echter niet wie het toezicht dan opgedragen moet worden. Veel verder dan verwijten over en weer komt men niet. Wel is raadslid Puijpe uiteindelijk bereid om als wethouder in de plaats van Franse te treden. De fractiegenoot van Franse, raadslid Van Eenennaam, laakt de houding van de gemeenteraad ten opzichte van Franse en vindt het minderwaardig hoe deze aan de kant is gezet. Franse merkt op dit van zijn mederaadsleden Crucq en Puijpe wel verwacht te hebben; deze hebben al vijf jaar kritiek op zijn werk. Doch het valt hem tegen dat ook de ARP-er Schuit hieraan meedoet.

Wat niet vordert is de aansluiting op het waterleidingnet. Er kan niet tot overeenstemming met de gemeenten in het oostelijk deel van Walcheren worden gekomen. Door de Zuidbevelandse waterleidingmaatschappij wordt nu water per spoor geleverd. Dit is verkrijgbaar voor 3 cent per emmer. Merkwaardig is dat er thans nog door raadsleden wordt getwijfeld aan het nut van waterleiding (‘De watervoorziening is nu toch ook goed geregeld? Het kost de gemeente nu toch niets? De pomp op de Markt is toch open? Per spoor wordt toch water aangevoerd?’). De meerderheid van de raad dringt echter aan er alles aan te doen om de waterleiding zo snel mogelijk tot stand te brengen.
Dit jaar begint zich in Zeeland, maar vooral ook in Arnemuiden een groot gebrek aan water voor te doen wegens de langdurige droogte. Water voor het wassen en schuren halen de Arnemuidse vrouwen uit de houwerplas (‘den nauwer’).

Water halend voor de was en om te schuren uit de houwerplas achter de molen.
Water halend voor de was en om te schuren uit de houwerplas achter de molen.

Opnieuw wordt in de gemeenteraad geklaagd over de straatmuziek. De raad is het nu zo moe, dat op voorstel van raadslid Van Eenennaam unaniem wordt besloten alle muziek van de straat te weren en niemand meer vergunning te verlenen. Besloten wordt verder tot aanschaf van een motorbrandspuit. Niet ingegaan wordt op het verzoek van de Arnemuidse sportclub om de dokweide als oefenveld te mogen gebruiken.

A.H. de Kam wordt benoemd tot conciërge van het gemeentehuis. Ook krijgt hij een aanstelling tot tijdelijk havenmeester. C. Oreel bedankt voor zijn functie van brandmeester. Tot onderwijzer aan de openbare school wordt aangesteld J.E. Krijger.

De Arnemuidse vissersvloot telt dit jaar 39 vaartuigen voor de garnalenvangst, aan het eind van het jaar alle uitgerust met een motor, in totaal met 470 m3 en 156 bemanningsleden. In de loop van dit jaar worden nog twee vaartuigen van een motor voorzien. De vloot van Vlissingen bestaat uit 35 schepen, waarvan 24 voor de garnalenvisserij. 21 hiervan zijn uitgerust met een motor, 3 varen nog op de zeilen, terwijl 11 roeiboten voor de visvangst in gebruik zijn.

Meisjes bij ijskar in 1932.
Meisjes bij de ijskar in 1932.

De uitkomsten van de visserij zijn minder dan in 1931. Voor de garnalenvissers is het een slecht jaar. De prijzen zijn laag en de vangst van puf en kleine garnalen is veel minder. De vissers vissen dit jaar deels voor eigen risico. Ze leveren de garnalen af voor elk bedrag wat er voor gegeven wordt, soms slechts voor 15 cent per kilo. Daardoor blijft de markt overvoerd en de prijs laag. De schardijnvangst is dit jaar te verwaarlozen.

1932 valt op door de vele mutaties in de vissersvloot. Joz. Siereveld neemt uit Vlissingen een ARM 7 met Kromhout-motor in gebruik. Joost van Belzen doet z’n ARM 16 over naar Kortgene. Hij neemt een nieuwe hoogaars met Kromhout-motor in gebruik als ARM 16. De ARM 23 van Marinus Blaasse gaat over naar Veere. Jacob van de Ketterij brengt opnieuw een nieuwe hoogaars, de ARM 25, met een Kromhout-60 motor in de vaart. Zijn vorige, nog in 1925 gebouwde schuit wordt de ARM 35. De hoogaars ARM 44 van Lieven van de Ketterij gaat over naar Terneuzen. G. Meerman neemt een nieuw vaartuig, de ARM 44, met Kromhout 60-motor, in gebruik (De Hoop van Zegen).

De kerkenraad van de Hervormde gemeente brengt dit jaar viermaal tevergeefs een beroep uit. Beroepen worden ds. Dekker te Nieuwe Tonge, ds. Van Ameide te Ouddorp, ds. Van Ginkel te Nieuwpoort en ds. Ottevanger te Kampen.
In de notulen zijn over dit jaar geen bijzonderheden te lezen. Wel kan melding gemaakt worden van aanmerkelijk hogere diaconale inkomsten (ƒ 4.495,39) en uitgaven (ƒ 3.451,22), zodat het batig saldo ƒ 1.044,17 bedraagt.

Dit jaar neemt ds. H. Scholing een beroep aan naar de Gereformeerde Kerk. Hij wordt bevestigd op 28 maart. Hij is geboren in 1899 in Drente. Het is een echte volksman met een groot organisatietalent, die de gemeente bouwt door zijn ijver. Iedereen in de gemeente kent hij. Hoewel hij - volgens het Herdenkingsboek 100 jaar Gereformeerde Kerk te Arnemuiden - niet uitblinkt in z’n preken, is het een echte verenigingsman.
In de Tweede Wereldoorlog is hij zeer aktief voor de ondergrondse. In 1945 neemt hij afscheid wegens vertrek naar Kamperland.

1934

De vissersvloot bestaat in 1934 uit 40 schuiten, alle bestemd voor de garnalenvangst. De vloot blijft dus vrij stabiel met een lichte groei. Het is zeer opmerkelijk dat er zich dit jaar geen enkele mutatie in de vloot voordoet. De Vlissingse vloot is inmiddels uitgegroeid tot 35 schuiten. 22 zijn nu voorzien van een motor, terwijl er nog één op de zeilen vaart en er 12 roeiboten zijn.

1934 is een zéér ongunstig jaar voor de garnalenvisserij. De uitkomsten zijn nog minder dan in 1933.
Voor de zogenaamde buitenvissers, die buiten de mond van de Westerschelde vissen en Vlissingen als thuishaven hebben, zijn de opbrengsten buitengewoon slecht. Dit niet zo zeer vanwege de vangst, maar omdat de afzetmogelijkheden zo gering zijn. De uitvoer naar Engeland vormt vanwege de hoge onkosten een beletsel. Ook mogen er weinig garnalen worden uitgevoerd. Er wordt zodoende maar zeer weinig verdiend. Het komt voor dat midden in het seizoen er schuiten aan de wal liggen. Ook gebeurt het dat men uitsluitend voor de visdrogerijen vist. Er is dit jaar ook geen bijverdienste door de schardijnvangst, omdat deze niet aan de kust verschijnt.
Het komt voor dat men 35 manden garnalen opgevist, gekookt, ingepakt en naar Engeland gestuurd heeft en de netto-opbrengst nihil is. Zeer grote ontevredenheid en ontstemming bestaat er gedurende deze jaren over de commissionairs in Breskens en Vlissingen. Deze kunnen de vissers ’maken en breken’. Ze kopen de garnalen niet, maar zorgen alleen voor het vervoer en daarvoor strijken ze hun ’commissie’ op. De garnalen worden goed in het zout gezet en in dichtgenaaide mandjes opgeslagen in het pakhuis van de commissionair. Deze brengt ze vrijdags met een hondekar naar de mailboot van de Maatschappij Zeeland en zo gaat het naar Engeland. Veelal ziet men de mandjes niet meer terug.

Echter de vissers zien ook geen kans om hun garnalen buitenom deze commissionairs af te zetten. De Vlissingse commissionairs hebben een eigen vertegenwoordiger in Engeland. Deze zorgt er voor dat de garnalen op de Londense Billingsgate-vismarkt terechtkomen. De vissers hebben géén vertegenwoordiger in Engeland en dat bezorgt hen gevoelens van onmacht en achterdocht.
Voor alle garnalenvissers is de toestand zeer ongunstig. Het Jaarverslag der Visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche Stromen merkt op, dat, tenzij enige verandering ten goede komt, de vissers hun bedrijf niet in stand zullen kunnen houden.

Mailboot te Vlissingen.
Mailboot te Vlissingen.

L.W. de Bree merkt in zijn boek ’Zeeland 40-45’ het volgende over de crisisjaren in de Zeeuwse visserij op:

Door de sterk verminderde koopkracht in de Belgische en Franse industriecentra daalde de export van vis, schaal- en schelpdieren na 1931 onrustbarend. En dan te bedenken dat de markt voor garnalen, mossels en oesters van oudsher in het zuiden lag! De vissers van Breskens, Brouwershaven en Bruinisse, van Tholen, Yerseke, Arnemuiden, Veere en Vlissingen leidden een zorgelijk en op den duur ook uitzichtloos bestaan. In 1934 besloten België en Frankrijk de invoer van garnalen te contingenteren. De maatregelen waren zo streng, dat de grenzen in feite voor dit visserijproduct gesloten werden, althans voor een groot deel van het jaar. Het loonde sindsdien amper de moeite nog uit te varen. In Breskens bleef inderdaad een aantal schepen werkloos langs de kade liggen.

In maart wordt door vele visserknechts bij het gemeentebestuur aangedrongen op verlenging van de steunuitkering wegens de zeer geringe verdiensten als gevolg van het nog niet geregeld kunnen uitvaren. De gemeenteraad besluit de Minister van Sociale Zaken gemotiveerd te verzoeken om de steunuitkering aan de garnalenvissersknechts met het eind der lopende steunweek stop te zetten, behalve voor de geheel werklozen onder de vissers.

In de raadsvergadering van april deelt burgemeester Horninge mee, dat de visserij wegens het stopzetten van de uitvoer naar Frankrijk zwaar wordt getroffen. Hij zal dezer dagen met wethouder Laernoes van Vlissingen en de burgemeester van Breskens naar Den Haag gaan om deze aangelegenheid op het ministerie te bespreken.
In oktober wordt door het rijk een regeling getroffen voor steun aan garnalenvisserknechts. De gemeenteraad besluit geen steun aan de vissers uit te keren vóór deze met hun schuiten zogenaamd komen opleggen (aan de wal blijven liggen). Niettegenstaande dit besluit dringen vele vissersknechts bij de burgemeester aan op steun omdat de besommingen zo buitengewoon slecht zijn, zelfs zo dat in bepaalde gevallen niets gedeeld is kunnen worden. Besloten wordt een bezoek aan de Minister van Economische Zaken te brengen met twee vertegenwoordigers van de vissers en het lid van de ingestelde commissie voor de garnalencentrale.

Raadslid Schuit komt met een voorstel, voorzien van een exploitatieopzet, voor een gemeentelijke vismijn. De bestaande vishal aan het Stationsplein zou in die zin omgevormd moeten worden. In zijn berekening gaat Schuit uit van ongeveer 100 leurders en leursters, die hun uit te venten vis van de vishal kopen. De meerderheid van de gemeenteraad durft het echter vanwege de crisistoestand niet aan. De vishal wordt opnieuw verpacht aan Joos Marteijn voor ƒ 1.400,25.

Joos Marteijn bij de vishal.
Bij de visafslagplaats aan het Stationsplein in 1933. 

De nieuwjaarsbijeenkomst van de gemeenteraad wordt in februari in mineur gehouden. Geconstateerd wordt dat de uitgaven voor de werkloosheidszorg in 1933 ƒ 25.000 hebben bedragen. Raadslid Franse wijst de burgemeester er op dat bij zijn intrede in 1922 het ook treurig gesteld was in de visserij. Dit is echter gevolgd door een periode van ongekende bloei.

Wat het gemeentebestuur betreft wordt hierna een aantal besluiten van zeer uiteenlopende aard vermeld.
Besloten wordt het exploitatietekort van de christelijke bewaarschool (ƒ 304) ten laste van de gemeentekas te nemen en de jaarlijkse subsidie te verhogen met ƒ 100. De gemeenteraad is van oordeel ‘dat de bewaarschool voor de gemeente een onmisbare instelling is’. Men wil ook voorkomen dat de ouders de kinderen thuishouden in verband met de tijdsomstandigheden om schoolgeld uit te sparen.

Tot nu toe wordt bij begrafenissen gebruik gemaakt van een gedragen baar. Bij grote afstanden is dit bezwaarlijk. Besloten wordt om een zogenaamde rijdende baar aan te schaffen. Deze was tot in de zeventiger jaren nog in gebruik.

Op voorstel van raadslid J.K. Crucq wordt besloten de keetdijk om te leggen vanaf de molen tot aan het veertje en het daardoor te verkrijgen terrein (het zogenaamde voormalige eiland waarop vroeger een aantal zoutketen stond) te gebruiken voor woningbouw.

Tevergeefs wordt getracht een stoptrein ingelast te krijgen tussen 8.30 en 15.45 uur, bij voorkeur tussen 12 en 13 uur. Gedurende het grootste deel van de dag stoppen er geen treinen in Arnemuiden. Het verzoek levert geen resultaat op.

De aangelegde Appelstraat komt dit jaar gereed. De gemeenteraad vindt dat deze er zeer keurig bij ligt. In oktober wordt besloten tot verdere bestrating van de Appelstraat. De Lantsheerweg (vroeger genoemd de keetweg) wordt dit jaar volgebouwd.

Volgens de aantekeningen van Adriaan Joosse overlijdt op 31 oktober de 85-jarige Daniël van Eenennaam, in de regel ’Daantje’ genoemd. Hij is altijd timmerman geweest en woonde in een groot huis met ernaast zijn timmermanswinkel op de hoek van de Markt en de Langstraat (‘zuid aan de wal, west aan bakker Versluijs, oost aan de Marktpoort’). Dit perceel wordt geheel afgebroken. Op deze plaats worden 2 huizen aan de Markt en 3 aan het slop gebouwd voor rekening van winkelier J.D. Kousemaker. Het slop, waar vroeger de Marktpoort stond, wordt in 1935 90 duim verbreed en de naam Marktstraat gegeven

De molen met de houwerplas.
De molen met de houwerplas.

Ook dit jaar vereist de werkloosheidszorg weer de volle aandacht op. Met de Heidemaatschappij wordt onderhandeld over een goedkoper tarief voor het toezicht op de werkverschaffing. Het resultaat is zodanig dat de gemeenteraad besluit het toezicht weer aan de Heidemij op te dragen.
Het college wordt gemachtigd met het gemeentebestuur van Nieuw- en Sint Joosland in onderhandeling te treden voor het tewerkstellen van werklozen in de landbouw in Heinkenszand.

Het personeel van de openbare school bestaat dit jaar uit het hoofd J.J. van Doezelaar (62 jaar) en de leerkrachten J.P. Israël (31 jaar), P.I. Krijger (23 jaar), juffrouw M.W. de Vey (35 jaar) en juffrouw P.A. Verhage (39 jaar). Hoofd van de school te Kleverskerke is J. Louwerse (52 jaar).

Schoolklas met meester J.J. van Doezelaar.
Schoolklas met meester J.J. van Doezelaar.

In de raadsvergadering van 16 april herdenkt burgemeester Horninge wijlen koningin-moeder Emma, ’wier werk voor de tbc-bestrijding ook van betekenis is geweest voor deze gemeente’. De Gereformeerde kerkenraad stelt de Hervormde kerkenraad voor om gezamenlijk een gedachtenisdienst te houden ter gelegenheid van het overlijden van Koningin Emma. De Hervormden voelen hier niet voor.
Op 9 juli wordt in de gemeenteraad ook een woord van nagedachtenis gesproken in verband met het overlijden van Prins Hendrik ’door wiens overlijden het Koninklijk Huis dit jaar voor de tweede maal getroffen wordt’. De burgemeester zal de gemeente bij de begrafenis vertegenwoordigen.

Op zondagnacht van 27 op 28 mei brandt het hofje van Piet Goverse onder Kleverskerke af.

In de Hervormde Kerk duurt de predikantsvacature voort. Tevergeefs worden dit jaar beroepen uitgebracht op kandidaat C. van de Boogert en kandidaat T.H. Oosterbrug.
In september wordt ds. Dippel consulent. Hij notuleert aanzienlijk beter dan zijn voorganger ds. Burger. De indruk wordt gewekt dat ds. Dippel zeer nauwgezet, ijverig en met betrokkenheid het consulentschap waarneemt.

De diaconie ontvangt een gift van ƒ 100 van Jhr. D. Radermacher Schorer, ambachtsheer van Nieuwerkerke.
De baten voor de diaconie bedragen dit jaar ƒ 4.077,81 en de uitgaven ƒ 2.891,32, zodat het positieve saldo ƒ 1.186,49 is.
Het kerkgebouw wordt voorzien van electrische verlichting.

Garnalen worden per kommetje afgepast.
De garnalen worden per kommetje afgepast.

Meer artikelen...

  1. 1935
  2. 1936
  3. 1937
  4. 1938